
06 sep Creativiteit als een rode draad
“Every child is an artist. The problem is staying an artist when you grow up.” – Picasso.
Als kind tekende ik heel graag. Ik herinner me dat ik uren op mijn kamer zat. Ik zie mezelf nog zo zitten aan mijn bureau in mijn slaapkamer. De muren vol posters van Hanson, GTST en de Backstreet Boys, de coole UFO-lamp met lichtgevende sprieten naast me en de Hitkrant voor me. Naast dat ik die van voor naar achter en andersom las, gebruikte ik ‘m ook om popsterren uit na te tekenen. Taylor Hanson, Ferri Somogyi en Nick Carter natuurlijk.
Laatst pakte ik een oude doos van zolder en keek door mijn gemaakte tekeningen uit die tijd. Ik zag een Disney-biljet dat ik maakte na een trip naar Disneyland Parijs. De houtskooltekeningen die ik in groep 8 maakte.
Die tekeningen zijn niet zomaar tekeningen. Het zijn herinneringen aan momenten in mijn leven. Ik zag namelijk ook het beeld voor me hoe ik in de klas zat en welke meester ik toen had.
Die liefde voor tekenen was een rode draad die op een gegeven moment naar de achtergrond verdween. Op de Havo was tekenen mijn eindexamenvak. Na het Voortgezet onderwijs koos ik een creatieve opleiding. Vervolgens ben ik communicatie gaan studeren – de variant die als creatief bekend stond. En toen ik een afstudeerrichting moest kiezen, koos ik ineens wat anders. Bewust. Omdat ik altijd al het creatieve koos, dacht ik: ‘Laat ik nu eens wat anders doen. Ik kies altijd al voor creatief’. Dus ik koos communicatiemanagement. Is die keuze bepalend geweest? Dat ik toch niet voor dat creatieve hart koos?
Je ziet: het is er uiteindelijk toch uitgekomen. Die creativiteit uitte zich een hele tijd in andere dingen: dingen omtoveren tot meubels, een naaicursus, een blog – want schrijven vond (en vind!) ik ook fantastisch. Tekenen deed ik toen een tijd niet. Tot ik een aantal jaren geleden de liefde voor het tekenen weer ontdekte.
De dingen die ik als kind al zo graag deed, bleek ik nog steeds net zo leuk te vinden. En al die jaren ervaring in het communicatievak neem ik mee, en komt nog iedere dag van pas. Sterker nog: het ís communicatie, in een andere vorm.
Maar nu voel ik me wel weer die kunstenaar die ik als kind ook was.